Rampen: psychologische begeleiding van de nabestaanden van overledenen
© Patrick Decorte

Rampen: psychologische begeleiding van de nabestaanden van overledenen

In de nasleep van een technologische ramp, natuurramp of een terreuraanlag, worden de nabestaanden van de overledenen op bruuske wijze geconfronteerd met sterke emoties die moeten kunnen worden opgevangen door psychosociale hulpverleners.



Het moet vermeden worden dat verkeerde of vervormde informatie naar de nabestaanden gaat om het rouwproces niet te bemoeilijken. Het is dus belangrijk om zich hiervan bewust te zijn en het proces te laten begeleiden door ervaren hulpverleners.   

 


In een eerste tijd : de aankondiging


Informatie vormt de kern van deze eerste stap. Familieleden krijgen de eerste informatie over hun overleden familielid en zijn meestal in shock. Hun reacties zijn veelvoudig en wisselend, van hoop tot ontkenning en ongeloof tot overweldigend. Deze staat van shock maakt ze kwetsbaar en hyperontvankelijk voor alle informatie, elk detail, en daarom moet deze informatie adequaat, nauwkeurig en volledig zijn.


De ontwikkeling van een vertrouwensrelatie tussen de familie en de hulpverleners die belast zijn met het brengen van het slecht nieuws en de verdere informatie is essentieel om te voorkomen dat familie en vrienden van de overledene(n) parallel op zoek gaan naar informatie of zich tot media wenden om meer inlichtingen want hun doelstelling is anders. 


In deze chaotische psychologische toestand hebben dierbaren er baat bij om zelf met iets bezig te zijn, actief betrokken, bijvoorbeeld door een formulier in te vullen. Het geeft hen het gevoel een stuk controle terug te krijgen terwijl ze die eigenlijk niet meer hebben.

 


In een tweede tijd: het identificatieproces


In de eerste plaats is het een kwestie om nauwkeurige, exacte informatie, feiten, in chronologische volgorde te verschaffen of zelfs een toelichtend document over de verschillende fasen van het identificatieproces zodat de familieleden weten aan wat ze zich kunnen verwachten. Dit kan een externe beschrijving van het lichaam zijn, medische en antropologische gegevens, gebitsafdrukken, DNA-monsters, identiteitsdocumenten, persoonlijke voorwerpen, enz. De familieleden moeten ook overtuigd worden dat er alles aan wordt gedaan om de juiste omstandigheden van het overlijden te kennen. Goed ingelichte familieleden zullen hun angst zien afnemen.


Vervolgens moet het de familieleden duidelijk worden gemaakt dat het identificatieproces tijd kan vergen en dat ze zullen worden geïnformeerd naarmate het proces vordert. Dit zal hun angst voor het onbekende verminderen. Idealiter wordt een psycholoog of een maatschappelijk werker, speciaal opgeleid voor dit soort crisissituaties, samen met een politieagent aan een gezin toegewezen, zodat dit veldteam de nabestaanden nauwkeurig informeert.


Tijdens de wachttijd is het nuttig om aan de nabestaanden te vragen hoe hun familielid gekleed was alsook informatie in te winnen over eventuele littekens, tattoos of andere lichaamskenmerken die de identificatie zouden kunnen bespoedigen. Dit is erg waardevol voor de identificatie en het maakt de nabestaanden ook echt actief terwijl het wachten vaak lang en moeilijk is. Deze activiteit draagt ​​bij tot hun stabiliteit op dat moment van het proces. 


Wanneer de identificatie is vastgesteld, is het belangrijk om over de overledene te spreken door de voornaam te blijven gebruiken en niet in termen van menselijke resten of andere woorden die de persoon als geheel niet vatten.



In een derde tijd: de voorbereiding op de confrontatie met het lichaam


Psychosociale hulpverleners moeten zeker voldoende de tijd nemen om de toestand van het lichaam te beschrijven, in fasen, voordat ze het aan familieleden presenteren. Ze moeten de overledene ook plaatsen in de omstandigheden van de gebeurtenis, zodat ze een beeld kunnen vormen, een film van de gebeurtenissen die leiden naar de toestand van het lichaam waarmee ze te maken zullen krijgen.


Als de visuele identificatie van het lichaam complex is, kan het nuttig zijn om aan de nabestaanden vooraf enkele persoonlijke spullen van de overledene te laten zien om hen voor te bereiden om de fysieke confrontatie met het lichaam of wat daarvan overblijft. De voorwerpen worden gereinigd en op een delicate wijze neergelegd, bijvoorbeeld op een zachte doek. De keuze van de gepresenteerde objecten is belangrijk omdat bepaalde symbolische objecten meer of minder emoties kunnen opwekken: een identiteitskaart zal bijvoorbeeld niet dezelfde impact hebben als een persoonlijke stuk kleding of een juweel. Laat geen ondergoed zien want dat roept teveel van de intimiteit van de persoon en zijn kwetsbaarheid op.


De persoonlijke voorwerpen en bezittingen worden zo snel mogelijk teruggegeven aan de familie. Zij zijn de schakel met de overledene en worden dienovereenkomstig behandeld: met respect.




In een vierde tijd : de confrontatie met het lichaam


Bereid nabestaanden voor op wat ze zullen zien om de schok te milderen. Soms is het lichaam niet erg toonbaar en zal ervoor gekozen worden om foto’s te presenteren aan de familieleden. De persoon van de familie die ervoor kiest om zich van deze beelden te vergewissen, kan het in een later stadium dan beschrijven aan andere familieleden die ervoor kozen om niet met die beelden geconfronteerd te worden.


De plaats waar het lichaam wordt aangeboden aan familieleden is heel belangrijk. Het moet vermeden worden om plaatsen te gebruiken die sporen van bloed en andere lichamelijke schade extra aan het licht brengen, zoals plaatsen met een te koude verlichting, zoals bijvoorbeeld neonlichten. Het verdient dus de voorkeur om eerder te kiezen voor een rouwkapel met gedempt licht, versierd met bloemen en kaarsen. 
Hulpverleners moeten de willekeurige nummering van de lichamen van overledenen vermijden of, indien deze toch nodig is, zo discreet mogelijk houden. Omdat voor geliefden het zien van een nummer het gevoel kan geven dat de overledenen ontmenselijkt zijn, dat ze een nummer zijn geworden, niet langer een persoon maar een voorwerp van onderzoek.


Op dezelfde wijze moeten de personen die de fiches opstellen voor de dossiers voor de rechterlijke macht letten op de woorden die ze gebruiken om het lichaam te beschrijven en op de bijgevoegde foto's. Vroeg of laat zal deze informatie beschikbaar zijn voor familieleden die dan het risico lopen opnieuw geschokt te worden door informatie waarover ze nog niet beschikten.

 


In een laatste en vijfde tijd : de herdenking


Voor de hulpverlener die in deze moeilijke momenten in contact gestaan heeft met de nabestaanden kan het, met het oog op het afronden van zijn interventie, belangrijk zijn om zelf naar de plaats van het ongeval te gaan of deel te nemen aan de herdenkingsceremonie van de overledene(n). In het laatste geval zal hij de familie, die dit soort geste over het algemeen erg waardeert, moeten waarschuwen en hun goedkeuring vragen. Door zich op deze wijze te gedragen, geeft de betrokken hulpverlener duidelijk aan dat de overledene ook voor hem/haar meer was dan zomaar een dood lichaam of een nummer.


Het kan ook nuttig zijn voor het responsteam om na de afronding van een identificatieproces, met iedereen samen te komen om het proces af te ronden door de interventie en de impact ervan in groep door te praten.

 

Conclusie


De ondersteuning van nabestaanden in de context van een collectieve noodsituatie zoals een ramp kan niet geïmproviseerd worden. De betrokken hulpverleners zullen baat hebben bij het volgen van een speciale opleiding die hen in staat stelt hun knowhow te ontwikkelen ten aanzien van de familieleden van slachtoffers om bijkomende traumatisering te vermijden.



Erik DE SOIR

Majoor, Doctor in de psychologie (Universiteit Utrecht), Doctor in de sociale en militaire wetenschappen (KMS).

Domeinmanager Human Factors & Medicine, Departement Wetenschappelijk en Technologisch Onderzoek bij Defensie, KHID

Gespecialiseerd in psychosociale hulpverlening bij calamiteiten en rampen, traumapsycholoog bij De Weg Wijzer – Expertisecentrum voor Trauma en Rouw (www.dewegwijzer.org )




Verder lezen : https://www.om-mp.be/nl/meer-weten/omzendbrieven


COL.16/2012  van 12.11.2012: Gemeenschappelijke omzendbrief van de minister van justitie en van het College van procureursgeneraal bij de hoven van beroep betreffende het slachtofferonthaal op parketten en rechtbanken


COL.17/2012  van 12.11.2012: Gemeenschappelijke omzendbrief van de minister van Justitie, de minister van Binnenlandse Zaken en het College van procureurs-generaal inzake het respectvol omgaan met de overledene, de mededeling van zijn overlijden, het waardig afscheid nemen en de schoonmaak van de plaats van de feiten, in geval van tussenkomst door de gerechtelijke overheden.